Transgenders in
Nepal |
In Nepal is een transgender beter af dan een homo
Ekke Overbeek
Durga Thapa wist niet dat ze lesbisch was. Dat wil zeggen:
ze kende het woord niet tot ze op het matje werd geroepen bij de generaal. ‘Hij
vroeg: heb je weleens van lesbisch gehoord? Ik zei: nee, wat betekent dat?’
Ze wist alleen dat ze iets voelde voor haar instructrice.
Dat leidde tot scheve blikken en uiteindelijk tot een klacht bij de
legerleiding. Achteraf ziet de 32-jarige de ironie van de situatie: beschuldigd
worden van iets waarvoor je zelf het woord niet eens kent – maar toen het
gebeurde, viel er weinig te lachen.
Nepal is een van de vooruitstrevendste landen van Azië als het
gaat om lhbt-rechten. Een sleutelrol was en is daarbij weggelegd voor de Blue
Diamond Society (BDS), opgericht door Sunil Babu Pant, het eerste parlementslid
in Azië dat voor zijn homoseksualiteit uitkwam. Zijn foto hangt tegenover de
balie van het hoofdkwartier van BDS, in een buitenwijk van Kathmandu.
In een onderzoek van BDS gaf 0,31 procent van de ondervraagde
Nepalezen aan lesbisch te zijn, 1,35 procent homo, 0,1 procent biseksueel en,
heel opmerkelijk, 2,17 procent transgender. Meer transgenders dan homo’s? Durga
lacht. “Ik ben helaas de enige lesbienne hier.” De meerderheid van de dertig
medewerk(st)ers in het pand blijkt transvrouwen. “Transgenders worden in Nepal
makkelijker geaccepteerd dan homo’s. Dat is precies omgekeerd in het Westen”,
zo constateerde Durga tot haar verbazing tijdens een bezoek aan de VS.
“De
meeste mensen in Nepal denken dat je trans-zijn met je geboorte meekrijgt,
terwijl homoseksualiteit wordt aangeleerd en dus onnatuurlijk is.”
Hindoeïsme en boeddhisme zijn veel minder strikt over de scheiding tussen man
en vrouw dan het Christendom. De hindoegod Brahma wilde tijdens het scheppen
van de wereld man en vrouw in één lichaam creëeren. Hij zag ervan af op
aanraden van een andere big shot uit het hindoe-pantheon, Shiva, die er zelf
overigens geen been in ziet te verschijnen als half man, half vrouw.
Daar waar het Westen zelfs in zijn acceptatie van
geslachtsoverschrijdende identiteiten binair blijft denken in termen van
transman en transvrouw, heeft het Indiase subcontinent al sinds mensenheugenis
een andere benadering. Durga: “In onze heilige boeken is het geaccepteerd dat
er tritiya prakriti, mensen van de derde natuur, bestaan. De internationale
term is transgender, maar in onze traditie noemen we ze het derde geslacht.”
Sinds 2007 is dit derde geslacht dus officieel erkend in Nepal.
Bhumika Shreshta was de eerste die in 2015 op reis kon met
de ‘O’ van ‘other’ in haar paspoort, geen man, geen vrouw. Een moment van
triomf, want als kind had ook zij het zwaar te verduren. Op haar zestiende werd
ze van school gestuurd. “Ik was een jongen, maar ik gedroeg me als een meisje.
Ik had vooral vriendinnen en werd verliefd op een jongen. De leraar vond dat ik
een last was voor andere kinderen.”
Ze voelde dat ze anders was, maar had nog nooit van woorden
als homoseksualiteit of transgender gehoord. “Mensen maakten me uit voor
Hijra”, vertelt ze. “Voor ons is dat een scheldwoord.” De Hijra’s zijn in het
naburige India een kaste van transvrouwen die een marginale positie hebben in
de samenleving.
“Ik was verward; mijn lichaam was dat van een man, maar mijn
ziel die van een vrouw.” In een christelijke traditie klinkt dit blasfemisch;
God heeft immers bepaald dat je als jongen, of als meisje ter wereld kwam. In
de context van religies die uitgaan van reïncarnatie is het voor transgenders
makkelijker te beschrijven wie ze zijn: een vrouwelijke ziel die in een
mannelijk lichaam is beland, of vice versa.
Sinds de uitspraak van het hooggerechtshof in 2007 is het
derde geslacht officieel erkend, maar de praktijk is minder rooskleurig. Vorig
jaar maande het hooggerechtshof de autoriteiten een einde te maken aan de
bureaucratische obstructie bij het invoeren van de ‘O’.
Elyn is een bijvoorbeeld van een transgender die vastloopt
in de bureaucratie. Officieel heet hij nog altijd Elyna. “Dat kan ik niet
veranderen in een mannennaam. Dat mag alleen als je de volledige
geslachtsveranderende operatie hebt ondergaan.” Veel transmannen willen dat
niet, gezien de kosten, de gezondheidsrisico’s en de beperkte slaagkans van
zo’n operatie. Het resultaat is dat Elyn – “ik heb de a er voor mezelf
afgeknipt” – nergens werk kan vinden. Na vier jaar hormoontherapie ziet geen
mens dat hij ooit een meisje is geweest, tot hij zijn papieren moet laten zien,
bijvoorbeeld aan een potentiële werkgever. Om privacyredenen wil hij ook niet
met zijn achternaam in de krant.
De agressie blijft in Nepal meestal verbaal, maar hij weet
dat het nog erger kan. Elyn werkte enige tijd voor een organisatie uit
Bangladesh. “In Nepal zijn mensen minder wreed tegenover homo’s en transgenders
dan in Bangladesh. Daar kunnen ze niet veilig over straat gaan.” Het is een
kwestie van religie. “Moslims zijn heel wreed tegen mensen uit onze
gemeenschap. Hindoes en boeddhisten zijn wat liberaler.” De Hindoe-traditie
heeft voor elk wat wils, ook voor transmannen; het heldengedicht ‘Mahabharata’
vertelt het verhaal van Shrikhandi, de vrouw die man werd. Maar als het aan
Elyn ligt, kan het traditionele begrip ‘derde geslacht’ overboord. Het klinkt
hem te veel als afvoerputje, ná man en ná vrouw. “Ik zie mezelf als transman.
Dat vind ik een prima woord.”
Als je een aanvulling of opmerking hebt over deze site dan kun je een mailtje sturen naar Transarchief |